Deze beleidsinstelling maakt het mogelijk om het algoritme voor domeincontroller (DC) locatie te regelen. Standaard geeft het algoritme voor DC-locatie de voorkeur aan op DNS gebaseerde opsporing, als de DNS-domeinnaam bekend is. Als op DNS gebaseerde opsporing mislukt en de NetBIOS-domeinnaam is bekend, gebruikt het algoritme vervolgens op NetBIOS gebaseerde opsporing als terugvalmechanisme.
Op NetBIOS gebaseerde opsporing gebruikt een WINS-server en mailslot-berichten, maar gebruikt geen sitegegevens. Vandaar dat het niet garandeert dat cliënten de dichtstbijzijnde DC ontdekken. Het maakt ook mogelijk dat een client van een hubsite een DC op een branchesite ontdekt, zelfs als de DC op een branchesite alleen DNS-records registreert die site-specifiek zijn (zoals wordt aanbevolen). Om deze redenen wordt op NetBIOS gebaseerde opsporing niet aangeraden.
Let erop dat deze beleidsinstelling op NetBIOS gebaseerde opsporing voor DC-locatie niet beïnvloedt, als alleen de NetBIOS-domeinnaam bekend is.
Als u deze beleidsinstelling niet inschakelt of niet configureert, gebruikt het algoritme voor DC-locatie op NetBIOS gebaseerde opsporing niet als terugvalmechanisme, als op DNS gebaseerde opsporing niet werkt. Dit is het standaardgedrag.
Als u deze beleidsinstelling uitschakelt, kan het DC-locatie algoritme op NetBIOS gebaseerde ontdekking gebruiken als mechanisme om op terug te vallen wanneer op DNS gebaseerde ontdekking mislukt.
Registry Hive | HKEY_LOCAL_MACHINE |
Registry Path | Software\Policies\Microsoft\Netlogon\Parameters |
Value Name | AvoidFallbackNetbiosDiscovery |
Value Type | REG_DWORD |
Enabled Value | 1 |
Disabled Value | 0 |