Het in- en uitschakelen van de onderdelen van een LAN-verbinding verbieden

Hiermee wordt bepaald of administrators de onderdelen die worden gebruikt door LAN-verbindingen, kunnen inschakelen en uitschakelen.

Als u deze instelling (en de instelling 'Netwerkverbindingsinstellingen voor Administrators inschakelen') inschakelt, worden de selectievakjes voor het in- en uitschakelen van onderdelen uitgeschakeld. Administrators kunnen de onderdelen die door een verbinding worden gebruikt dan niet inschakelen of uitschakelen.

Belangrijk: als de instelling 'Netwerkverbindingsinstellingen voor Administrators inschakelen' is uitgeschakeld of niet is geconfigureerd, is deze instelling niet van toepassing op administrators van computers met een meer recente Windows-versie dan Windows 2000.

Als u deze instelling uitschakelt of niet configureert, staat in het dialoogvenster Eigenschappen voor een verbinding een selectievakje naast de naam van elk onderdeel dat wordt gebruikt door de verbinding. Als het selectievakje wordt ingeschakeld, wordt het onderdeel ingeschakeld en als het selectievakje wordt uitgeschakeld wordt het onderdeel uitgeschakeld.

Opmerking: als de instelling 'Toegang tot de eigenschappen van een LAN-verbinding verbieden' is ingeschakeld, hebben gebruikers geen toegang tot de selectievakjes voor het in- en uitschakelen van de onderdelen van een LAN-verbinding.

Opmerking: gebruikers die geen administrator zijn, kunnen geen onderdelen voor een LAN-verbinding in- of uitschakelen, ongeacht deze instelling.

Ondersteund op: Alleen de besturingssystemen Windows Server 2003, Windows XP en Windows 2000 Service Pack 1

Registry HiveHKEY_CURRENT_USER
Registry PathSoftware\Policies\Microsoft\Windows\Network Connections
Value NameNC_ChangeBindState
Value TypeREG_DWORD
Enabled Value0
Disabled Value1

networkconnections.admx

Beheersjablonen (computers)

Beheersjablonen (gebruikers)