Verbinding via extern-bureaubladgateway inschakelen

Als u deze beleidsinstelling inschakelt, en Verbinding met extern bureaublad niet rechtstreeks verbinding kan maken met een externe computer (een hostserver voor extern-bureaubladsessies of een computer waarop Extern bureaublad is ingeschakeld), proberen de clients verbinding te maken met de externe computer via een extern-bureaubladgatewayserver. In dit geval proberen de clients een verbinding te maken met de extern-bureaubladgatewayserver die is opgegeven in de beleidsinstelling 'Adres van extern-bureaubladgatewayserver instellen'.

U kunt deze beleidsinstelling afdwingen of u kunt gebruikers toestaan om deze instelling te negeren. Als u deze beleidsinstelling inschakelt, wordt deze standaard afgedwongen. Als deze beleidsinstelling wordt afgedwongen, kunnen gebruikers deze instelling niet negeren, zelfs niet wanneer zij de optie 'Deze instellingen voor de Extern bureaublad-gatewayserver gebruiken' op de client selecteren.

Opmerking: als u deze beleidsinstelling wilt afdwingen, moet u tevens het adres van de extern-bureaubladgatewayserver opgeven met behulp van de beleidsinstelling 'Adres van extern-bureaubladgatewayserver instellen', anders mislukken verbindingspogingen van clients met externe computers, als deze clients geen directe verbinding met de externe computer kunnen maken. Ter verbetering van de beveiliging wordt het tevens nadrukkelijk aanbevolen om de verificatiemethode op te geven met behulp van de beleidsinstelling 'Verificatiemethode van extern-bureaubladgateway instellen'. Als u geen verificatiemethode opgeeft met behulp van deze beleidsinstelling, kan het NTLM-protocol worden gebruikt dat is ingeschakeld op de client of een smartcard.

Als u gebruikers wilt toestaan om deze beleidsinstelling te negeren, schakelt u het desbetreffende selectievakje in. Als u dit doet, kunnen gebruikers op de client ervoor kiezen om geen verbinding te maken via de extern-bureaubladgatewayserver door de optie 'Geen RD-gatewayserver gebruiken' te selecteren. Gebruikers kunnen een verbindingsmethode opgeven door instellingen te configureren op de client met behulp van een RDP-bestand, of door een HTML-script te gebruiken. Als gebruikers geen verbindingsmethode opgeven, wordt standaard de verbindingsmethode gebruikt die u opgeeft in deze beleidsinstelling.

Als u deze beleidsinstelling uitschakelt of niet configureert, gebruiken clients niet het adres van de extern-bureaubladgatewayserver dat in de beleidsinstelling 'Adres van extern-bureaugatewayserver instellen' is opgegeven. Als een extern-bureaubladgatewayserver wordt opgegeven door de gebruiker, verloopt een verbindingspoging van deze client via de betreffende gatewayserver.

Ondersteund op: Minimaal Windows Server 2003 besturingssystemen met SP1 of Windows XP Professional met SP2

Registry HiveHKEY_CURRENT_USER
Registry PathSOFTWARE\Policies\Microsoft\Windows NT\Terminal Services
Value NameUseProxy
Value TypeREG_DWORD
Enabled Value1
Disabled Value0

Gebruikers toestaan deze instelling te wijzigen
Registry HiveHKEY_CURRENT_USER
Registry PathSOFTWARE\Policies\Microsoft\Windows NT\Terminal Services
Value NameAllowExplicitUseProxy
Value TypeREG_DWORD
Default Value
True Value1
False Value

terminalserver.admx

Beheersjablonen (computers)

Beheersjablonen (gebruikers)