Permanente tijdstempel inschakelen

Met het permanente systeemtijdstempel kan het systeem het tijdstip van onverwachte afsluitingen vaststellen door de huidige tijd steeds op schijf op te slaan volgens een schema dat wordt bepaald door het tijdstempelinterval.

Als u deze instelling inschakelt, wordt het permanente systeemtijdstempel telkens vernieuwd volgens een schema dat wordt bepaald door het tijdstempelinterval.

Als u deze instelling uitschakelt, wordt het permanente systeemtijdstempel uitgeschakeld, waardoor de tijdstippen van onverwachte afsluitgebeurtenissen niet meer kunnen worden vastgesteld.

Als u deze instelling niet configureert, is de standaardinstelling van toepassing.

Opmerking: standaard wordt het permanente systeemtijdstempel elke 60 seconden vernieuwd, te beginnen bij Windows Server 2003. Deze functie komt mogelijk in conflict met de configuratie-instellingen voor energiebeheer die bepalen dat harde schijven na een bepaalde periode van inactiviteit moeten worden uitgeschakeld. Deze instellingen voor energiebeheer kunnen worden gewijzigd in Energiebeheer in het Configuratiescherm.

Ondersteund op: Minimaal Windows Server 2003

Registry HiveHKEY_LOCAL_MACHINE
Registry PathSoftware\Policies\Microsoft\Windows NT\Reliability
Value NameTimeStampEnabled
Value TypeREG_DWORD
Enabled Value1
Disabled Value0

Via deze instelling kunt u wijzigen hoevaak het

permanente systeemtijdstempel naar de schijf wordt geschreven.

Het bereik ligt tussen 1 en 86400 seconden (1 dag).

Seconden:

Registry HiveHKEY_LOCAL_MACHINE
Registry PathSoftware\Policies\Microsoft\Windows NT\Reliability
Value NameTimeStampInterval
Value TypeREG_DWORD
Default Value60
Min Value1
Max Value86400

reliability.admx

Beheersjablonen (computers)

Beheersjablonen (gebruikers)