Het doorgeven van uitgebreide foutinformatie

Hiermee geeft u de RPC-runtime de opdracht om uitgebreide foutinformatie te genereren wanneer een fout optreedt.

Uitgebreide foutinformatie omvat de lokale tijd van de fout, de RPC-versie en de naam van de computer waarop de fout is opgetreden of waaraan de fout is doorgegeven. Programma's kunnen de uitgebreide foutinformatie ophalen via de standaard-Windows-API's (Application Programming Interfaces).

Als u deze instelling uitschakelt of niet configureert, genereert de RPC-runtime alleen een statuscode om een foutconditie aan te geven.

Schakel desgewenst de instelling in en selecteer een foutreactietype in de vervolgkeuzelijst.

-- Uit - de uitgebreide foutinformatie wordt voor alle processen uitgeschakeld. De RPC genereert alleen een statuscode.

-- Aan, met uitzonderingen - de uitgebreide foutinformatie wordt ingeschakeld, maar u kunt deze voor bepaalde processen uitschakelen. Als u uitgebreide foutinformatie voor bepaalde processen wilt uitschakelen, terwijl deze instelling van kracht is, moet de opdracht waarmee het proces wordt gestart, beginnen met één van de tekenreeksen in het veld Uitzonderingen voor uitgebreide foutinformatie.

-- Uit, met uitzonderingen - de uitgebreide foutinformatie wordt uitgeschakeld, maar u kunt deze voor bepaalde processen inschakelen. Als u uitgebreide foutinformatie voor bepaalde processen wilt inschakelen, terwijl deze instelling van kracht is, moet de opdracht waarmee het proces wordt gestart, beginnen met één van de tekenreeksen in het veld Uitzonderingen voor uitgebreide foutinformatie.

-- Aan - de uitgebreide foutinformatie wordt voor alle processen ingeschakeld.

Opmerking: zie de SDK (Software Development Kit) van Windows 2000 voor informatie over het veld Uitzonderingen voor uitgebreide foutinformatie.

Opmerking: uitgebreide foutinformatie heeft een opmaak die compatibel is met andere besturingssystemen en oudere Microsoft-besturingssystemen, maar alleen nieuwere Microsoft-besturingssystemen kunnen deze informatie lezen en erop reageren.

Opmerking: de standaardinstelling Uit is ontworpen voor systemen waarop uitgebreide foutinformatie als gevoelige informatie wordt beschouwd die niet zonder meer extern beschikbaar mag zijn.

Opmerking: deze beleidsinstelling wordt pas van kracht nadat het systeem opnieuw is opgestart.

Ondersteund op: Minimaal Windows Server 2003 besturingssystemen of Windows XP Professional

Het doorgeven van uitgebreide foutinformatie:


  1. Uit
    Registry HiveHKEY_LOCAL_MACHINE
    Registry PathSoftware\Policies\Microsoft\Windows NT\Rpc
    Value NameExtErrorInformation
    Value TypeREG_DWORD
    Value0
  2. Aan, met uitzonderingen
    Registry HiveHKEY_LOCAL_MACHINE
    Registry PathSoftware\Policies\Microsoft\Windows NT\Rpc
    Value NameExtErrorInformation
    Value TypeREG_DWORD
    Value1
  3. Uit, met uitzonderingen
    Registry HiveHKEY_LOCAL_MACHINE
    Registry PathSoftware\Policies\Microsoft\Windows NT\Rpc
    Value NameExtErrorInformation
    Value TypeREG_DWORD
    Value2
  4. Aan
    Registry HiveHKEY_LOCAL_MACHINE
    Registry PathSoftware\Policies\Microsoft\Windows NT\Rpc
    Value NameExtErrorInformation
    Value TypeREG_DWORD
    Value3

Uitzonderingen uitgebreide foutinformatie:

Registry HiveHKEY_LOCAL_MACHINE
Registry PathSoftware\Policies\Microsoft\Windows NT\Rpc
Value NameExtErrorInfoExceptions
Value TypeREG_SZ
Default Value

rpc.admx

Beheersjablonen (computers)

Beheersjablonen (gebruikers)