Vertrouwde locaties in het netwerk toestaan

Met deze beleidsinstelling wordt bepaald of vertrouwde locaties in het netwerk kunnen worden gebruikt.

Als u deze beleidsinstelling inschakelt, kunnen gebruikers vertrouwde locaties opgeven op netwerkshares of op andere externe locaties die niet rechtstreeks door hen worden beheerd door het selectievakje 'Vertrouwde locaties in mijn netwerk toestaan (niet aanbevolen)' in te schakelen in de sectie Vertrouwde locaties van het Vertrouwenscentrum. Vanaf vertrouwde locaties kunnen inhoud, code en invoegtoepassingen worden geladen met minimale beveiliging en zonder dat de gebruiker om toestemming wordt gevraagd.

Als u deze beleidsinstelling uitschakelt of niet configureert, negeert de geselecteerde toepassing alle netwerklocaties die worden vermeld in de sectie vertrouwde locaties van het Vertrouwenscentrum. Als u deze beleidsinstelling uitschakelt, worden er geen netwerklocaties verwijderd uit de lijst met vertrouwde locaties. In plaats daarvan wordt de geselecteerde toepassing gedwongen om de locaties te behandelen als niet-vertrouwd en kunnen gebruikers geen nieuwe netwerklocaties toevoegen aan de lijst.

Als u ook vertrouwde locaties implementeert via Groepsbeleid, moet u controleren of daar externe locaties bij zijn. Als er externe locaties bij zijn en u geen externe locaties toestaat via deze beleidsinstelling, worden beleidssleutels die verwijzen naar externe locaties, genegeerd op clientcomputers.

Als u deze beleidsinstelling uitschakelt, veroorzaakt dit verstoring voor gebruikers die netwerklocaties toevoegen aan de lijst met vertrouwde locaties. Het is echter niet aan te bevelen om deze beleidsinstelling in te schakelen (zoals bij het selectievakje 'Vertrouwde locaties in mijn netwerk toestaan (niet aanbevolen)' zelf wordt vermeld), zodat het in de praktijk in de meeste gevallen mogelijk zou moeten zijn deze beleidsinstelling uit te schakelen zonder voor de meeste gebruikers grote gebruiksproblemen te veroorzaken.