Eindpunten voor IPSec-tunnel

Geeft de IPv6-adressen op van de eindpunten van de tunnels voor Internet Protocol-beveiliging (IPsec) die DirectAccess inschakelen. NCA probeert via deze geconfigureerde tunnel-eindpunten toegang te krijgen tot de hulpbronnen die opgegeven zijn in de instelling Bedrijfshulpbronnen.

Standaard gebruikt NCA dezelfde DirectAccess-server die door de verbinding van de DirectAccess-clientcomputer wordt gebruikt. In standaardconfiguraties van DirectAccess zijn er gewoonlijk twee IPsec-tunneleindpunten: een voor de infrastructuurtunnel en een voor de intranet-tunnel. U dient elk eindpunt voor elke tunnel te configureren

Elke vermelding bestaat uit de tekst PING: gevolgd door het IPv6-adres van een IPsec-tunneleindpunt. Voorbeeld: PING:2002:836b:1::836b:1.

U dient deze instelling te configureren om volledige NCA-functionaliteit te verkrijgen.

Ondersteund op: Minimaal Windows Server 2008 R2 of Windows 7

DTE's

Registry HiveHKEY_LOCAL_MACHINE
Registry PathSOFTWARE\Policies\Microsoft\Windows\NetworkConnectivityAssistant\DTEs
Value Name{number}
Value TypeREG_SZ
Default Value

nca.admx

Beheersjablonen (computers)

Beheersjablonen (gebruikers)