Geef de werking voor het opzoeken van een adres voor de DC-locator ping aan

Met deze beleidsinstelling configureert u hoe een DC (Domain Controller) werkt wanneer deze reageert op een client wiens IP-adres niet overeenkomt met welke geconfigureerde site dan ook.

DC's gebruiken het client IP-adres gedurende een DC-locator ping-verzoek om vast te leggen bij welke Active Directory-site de client behoort. Indien geen koppeling met een site kan worden vastgelegd, kan de DC een adres zoeken op de netwerknaam van client om andere IP-adressen op te sporen, die dan kunnen worden gebruikt om de koppelingssite voor de client te bepalen.

De toegestane waarden voor deze instelling resulteren in de onderstaande werking:

0 - DC's zullen nooit adressen opzoeken.
1 - DC's zullen een complete zoekcyclus uitvoeren om een ander IP-adres van client op te sporen.
2 - DC's zullen een snelle zoekcyclus, alleen voor DNS, uitvoeren om een ander IP-adres van client op te sporen.

Als u deze werking wilt opgeven in de DNS-SRV-records voor de DC-locator, klikt u op Ingechakeld en voert u een waarde in. U kunt een waarde opgeven van 0 tot en met 2.

Als deze instelling niet is geconfigureerd, wordt deze op geen enkele DC toegepast en gebruiken DC's hun lokale configuratie.

Ondersteund op: Minimaal Windows Server 2012, Windows 8 of Windows RT

Werking voor het opzoeken van een adres:

Registry HiveHKEY_LOCAL_MACHINE
Registry PathSoftware\Policies\Microsoft\Netlogon\Parameters
Value NameAddressLookupOnPingBehavior
Value TypeREG_DWORD
Default Value2
Min Value
Max Value2

netlogon.admx

Beheersjablonen (computers)

Beheersjablonen (gebruikers)