Met deze beleidsinstelling kunt u configureren hoe Internet Explorer de DNT-header (Do Not Track-header) verzendt.
Als u deze beleidsinstelling inschakelt, verzendt Internet Explorer naar alle HTTP- en HTTPS-verzoeken een DNT:1-header. De DNT:1-header geeft aan dat servers de gebruiker niet mogen volgen.
Voor Internet Explorer 9 en 10:
als u deze beleidsinstelling uitschakelt, verzendt Internet Explorer de Do Not Track-header alleen als er een Traceerbeveiligingslijst is ingeschakeld of InPrivate-navigatie wordt gebruikt.
Voor Internet Explorer 11 of hoger:
als u deze beleidsinstelling uitschakelt, verzendt Internet Explorer de Do Not Track-header alleen als er een Traceerbeveiligingslijst is ingeschakeld of InPrivate-navigatie wordt gebruikt.
Als u deze beleidsinstelling niet configureert, kunnen gebruikers de optie Verstuur altijd een Do Not Track-header selecteren in de instellingen van Internet Explorer. Als u deze optie selecteert, verzendt Internet Explorer een DNT:1-header voor alle HTTP- en HTTPS-verzoeken, tenzij de gebruiker een site-specifieke uitzondering toekent. Internet Explorer verzendt een DNT:0-header naar sites waaraan een uitzondering is toegekend. Deze optie is standaard ingeschakeld.
| Registry Hive | HKEY_LOCAL_MACHINE or HKEY_CURRENT_USER |
| Registry Path | Software\Policies\Microsoft\Internet Explorer\Main |
| Value Name | DoNotTrack |
| Value Type | REG_DWORD |
| Enabled Value | 1 |
| Disabled Value | 0 |